
|
|
Actueel Wereldwijd Joodse tegoeden Reizen Boeken Frontpage (E) Israelische kranten (E) Topstories (E)
Advertentie plaatsen? Vraag informatie Heeft u een persbericht. Stuur hem op. Vriendschap sluiten met De Nieuwe Joodse Gazet? Vraag meer details. | Als nabestaande van Holocaust-slachtoffers
is de wijze waarop de Maror omspringt met de afhandeling van de joodse
tegoeden een deerniswekkend schouwspel. Vooral omdat de heren bestuurders
met andere zaken bezig lijken te zijn dan het snel en vlot laten
terugvloeien van deze besmette gelden aan de gemeenschap. Iedere keer lukt
het de bestuursleden weer met hun fratsen een innerlijke woede op te
roepen. Half januari dit jaar, zo had het Maror-bestuur beloofd, zou er een uitkeringsreglement op tafel liggen, die de verdeling van de collectieve gelden zou regelen. Maar niets is minder waar. In plaats daarvan lijkt zich een nieuwe trend te hebben ingezet, namelijk elkaar voordragen voor een koninklijke onderscheiding. Dat is leuk. Na R. Naftaniël van het Centrum Informatie en Documentatie Centrum (CIDI), voorzitter H. Markens van het Nederlands Israëlistisch Kerkgemeenschap (NIK) en nu penningmeester Ph. Staal van Maror. De drie heren hadden ook iets te maken met het binnenhalen van de geroofde joodse tegoeden. Een ander hoofdrolspeler minister Zalm van Financiën ontving eerder in Jeruzalamn een prijs voor de fatsoenlijke wijze waarop hij de geroofde gelden had teruggestort. Een ander gaat daarvoor de gevangenis in. Ouwejongens krentebrood. Een groot probleem bij de uitverkiezing van de drie heren met uitzondering van Zalm is in hoeverre ze gerechtigd waren om de onderhandelingen te voeren. Immers ze vertegenwoordigen geen enkele belangenorganisatie van Holocaustslachtoffers. En zo ontstaat het gevoel, dat de verkeerde mensen zich met deze zaak hebben beziggehouden. De meeste mensen om wie het feitelijk gaat kunnen niet meer mee praten, omdat ze zijn vermoord in de gaskampen. Maar zoek maar wat mensen bij elkaar met een joodse achtergrond, richt een stichting op en je krijgt zo'n 680 miljoen gulden om te beheren en te verdelen. Een kardinale fout die daarbij wordt gemaakt is het mein en dein-principe. Want het geld is niet van de bestuursleden zelf, zoals ze graag willen voordoen, maar van de Nederlandse joodse gemeenschap. En dat komt nog steeds onvoldoende naar voren, want de heren hebben er lang voor gezorgd dat ze hun eigen schaapjes op het droge hebben. Ook gaat Maror mank aan een goed public relationsbeleid. Het mist eenvoudg de man of vrouw die met een professionele instelling op een open en heldere wijze de gemeenschap informeert over het reilen en zeilen binnen de stichting. Daardoor deformeert de stichting zich tot een bolwerk, die bemoeials liever buiten de deur wil houden of mensen die een simpele vraag hebben schrik aanjagen door hem of haar af te bekken. Een voorbeeld in deze is office-manager Groen, die vijandig reageert als er een vraag wordt gesteld. Maar zij is niet de enige, die ongepast uit de hoek kan komen. De 'haggada' van penningmeester Staal voegt weer een andere dimensie aan het drama. Het is onbegrijpelijk, dat een man met zo'n omstreden verleden afbreuk mag doen aan de goede naam van Maror. De zuiverheid dreigt weer eens verloren te gaan. Als vice-voorzitter van het belangenorgaan voor oorlogsslachtoffers Ajalah schrikt hij zijn eigen leden af met botte opmerkingen, schept hij er behagen in om een terreurbewind uit te voeren met dreigbrieven van advocaten en het dreigen met rechtzaken en het voeren van een wanbeleid. Plompverloren betichtte hij als vice-voorzitter van Platform Israël zijn collega's van malversaties in de boekhouding en stapte hij op. Vervolgens stuurde hij een gepeperde rekening voor zijn werkzaamheden, terwijl de afspraak was gemaakt dat deze vrijwillig zouden worden verricht. Ook gaf hij een laptop niet terug, omdat deze volgens hem toch met gelden van Maror was betaald. Op de achtergrond speelt ook mee, dat hij het als Maror-penningmeester het ook beter had geschoten, want hij kon immers vanuit zijn woonplaats Israël op kosten van Maror naar Nederland reizen, ontving hij een vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen en kon hij zijn logeerkosten declareren. De Holocaust is goed voor Staal. Behalve dat hij anderen graag tegen de schenen schopt, is hij ook het voorbeeld van een lijkenpikker. Maar hij kan natuurlijk zeggen, dat de onkosten worden gedekt door de rijksoverheid en niet komt uit de Holocaust-pot. Het één sluit echter het ander niet uit. Zijn collega-bestuursleden plukken er ook de vruchten van. Die vonden een reden om naar Israël af te reizen om hun penningmeester Staal te feliciteren met zijn koninklijke onderscheiding. Onbevestigde bronnen melden, dat deze grap vijftigduizend shekels heeft gekost. Terloops moest er ook even een vergadering worden belegd met Platform Israël. Voorzitter Roet van Platform Israël maakt een verlegen indruk bij zoveel aandacht vanuit Nederland. De gesprekken tussen Platform Israël en Maror over de verdeling van de gelden blijken ook stroef te verlopen. Mogelijk heeft dat te maken met het moeilijke gedrag van Staal, die Platform Israël dwars zit en ondertussen Maror in zijn broekzak heeft, want uiteindelijk is hij de man die uitbetalingen uit de pot 'Publieke Gelden' fiatteert. Maar is het niet vreemd dat Nederland een man uit Israël nodg heeft als penningmeester. Er zijn vast wel bekwame rekenmeesters te vinden in eigen land, die minder geruchtmakend zijn. Iedere keer weer weten de bestuursleden hoe dan ook met hun nonsens de aandacht op te eisen over de hoofden van de Holocaust-slachtoffers heen. Zou het niet beter zijn nu eens serieus ervoor te zorgen om de gelden zo snel mogelijk bij de Nederlands joodse gemeenschap te brengen en wat minder te soebatten zonder de indruk te wekken er als aasgieren erbij te staan. Als er toch lintjes moeten worden verdeeld, is het beter er één te geven aan een doortastend figuur, die zijn collega's een schop onder hun togus durft te geven en in staat is ze af te voeren als ze niet naar behoren functioneren. Het is tijd voor een nieuw bestuurders élan, waarin het ego wordt losgelaten en ingetogen en eerlijk zonder omhalen een joodse erfenis wordt verdeeld zonder dat de goede naam van de Holocaust-slachtoffers nog langer te grabbel worden gegooid en hoofdzaken van bijzaken worden gescheiden. Als bestuursleden zich daar niet aan willen houden, dan is hen dat bijzonder kwalijk te nemen en een schande voor de joodse gemeenschap. (J. van Gelder). |
![]() |
|---|